‘Ik doe de zindelijkheidstraining altijd in de vakantie…’ zei ze. ‘Op de camping is dat veel makkelijker dan thuis!’. We keken haar aan. En we keken naar haar tot zindelijkheid te trainen zoon. Duidelijk nog wat jonger dan onze zoon M van ruim tweeënhalf. En die droeg nog gewoon een luier…
Niet in ons systeem
Zindelijkheidstraining, daar hebben wij dus niet zulke goede ervaringen mee. Omdat wij het zelf niet kunnen; ons kind elke half uur op het potje zetten. Zit niet in ons systeem. Omdat wij er vaak niet aan denken ons kind te laten plassen voor we ergens naar toe gaan. Schiet er in de hectiek van het weggaan vaak bij in. En omdat onze kinderen pas zindelijk willen worden als zij daar zin in hebben.
Daarom is ons zindelijkheidsplan dit keer om rustig te wachten. Tot het moment waarop zoon M zelf aangeeft dat hij er klaar voor is. En als hij zover is, dan gaan wij ons best doen om hem daarin te faciliteren. Maar na de blije mededeling van deze collega-moeder (en huisarts, om het nog erger te maken), waren we ineens niet meer zo zeker van onze voorgenomen aanpak. En haar toevoeging ‘heeft bij mijn dochter ook prima gewerkt; na de vakantie was ze zindelijk’, hielp ook al niet. Want hoe makkelijk zou het zijn als zoon M na de vakantie zindelijk zou zijn…
Cold turkey
We sliepen er een nachtje over, keken elkaar diep in de ogen en besloten toen in goed overleg ‘wat zij kan, kunnen wij ook’. We zetten het meegenomen potje – ja, dat dan weer wel – op een strategische plek voor de tent. We trokken zoon M de volgende dag – cold turkey – zijn luier uit en vertelden hem dat hij het potje kon gebruiken als hij moest poepen of plassen. Hij leek het te begrijpen…
Want tot onze verrassing ging het vanaf het begin best heel goed. Zoon M plaste af en toe op het potje of op de wc en af en toe ergens anders (buiten gelukkig, niet in de tent). Poepen daarentegen wilde hij niet op het potje, niet op de wc en niet ergens anders. Poepen deed zoon M alleen in zijn luier. Of in zijn onderbroek…
Extra (onder)broeken)
Om onze zindelijkheidstraining ook buiten de camping voort te kunnen zetten, moesten we eerst langs een locale hypermarché. Om extra ondergoed en korte broeken te kopen. Want buiten de camping ging het ineens een stuk minder goed met de zindelijkheid van onze zoon. Vijf verschoningen per uitstapje waren geen uitzondering. En daar waren we qua hoeveelheid kleding niet op voorzien°.
Desondanks zetten we dapper door. Want we zagen ook wel in dat het er thuis niet makkelijker op zou worden. En bovendien leek onze aanpak vruchten af te werpen; zoon M plaste steeds minder vaak in zijn broek. Wat daarentegen niet minder werd, was het broekpoepen. Van deze nieuwe hobby van zoon M – die vieze broek kon hem echt niet boeien – werden wij niet blij. Maar wat doe je eraan… Dus vloekten we af en toe binnensmonds – en in alle eerlijkheid soms ook buitensmonds – en wasten maar weer wat onderbroeken uit.
Toch, ondanks alle gedoe dat zindelijk worden onherroepelijk met zich meebrengt, waren wij twee weken kamperen later in het bezit van een zindelijke zoon. Overdag in ieder geval. En alleen wat plassen betreft. Maar daar waren we al heel blij mee…
Het heeft daarna overigens nog maanden geduurd voordat zoon M ook op het potje wilde poepen…
° Om een zeiknat kinderstoeltje te voorkomen, hadden we er een grote doek (link) in gelegd.