De 24ste juli komen we tegen het einde van de middag aan in Buzancy; een vrij onbeduidend dorp net onder de Franse Ardennen. Op de camping krijgen we de sleutel van ons chalet. Het heeft twee slaapkamers, een woonkamer/keuken met een slaapbank en een badkamer. Niets bijzonders, maar prima. De camping is overzichtelijk waardoor de oudste kinderen makkelijk hun eigen gang kunnen gaan. En er zijn zoals verwacht veel Nederlanders met kinderen in alle benodigde leeftijdscategorieën. Naast de receptie en het cafetaria is een klein terras dat gunstig gepositioneerd is tussen het klimtoestel en de trampoline. De zon schijnt en ik drink er een biertje terwijl de kinderen spelen en vrienden maken. Het lijkt wel vakantie…
Maandag doen we weinig. De oudste kinderen vertrekken na het ontbijt meteen naar de trampoline om daar met hun nieuwe vrienden te spelen. De jongentjes spelen met de auto’s voor het huisje en in het klimtoestel. In de loop van de middag rijden we naar het dorp om boodschappen te doen en het lokale kasteel te bekijken (want ik ben dol op kastelen en andere oude gebouwen). Nou is kasteel wel een groot woord, maar van het Château Augeard – zoals het heet – word ik toch heel blij. Het bestaat uit twee gebouwen in een halve cirkel tegenover elkaar. Het ene deel is prachtig opgeknapt en ondanks het feit dat er op de gevel twee ossen te zien zijn, staan er tot grote vreugde van de kinderen paarden in. Het tweede deel is een bouwval en niet te bezoeken. Ik heb geen idee waar ik precies terecht gekomen ben en dat vind ik heel intrigerend (ik vroeg en zocht dat later natuurlijk wel even na).
De dagen die volgen, zien er over het algemeen ongeveer hetzelfde uit. ’s Ochtends spelen de kinderen met hun vrienden op de trampoline (de drie groten) of in het klimtoestel (zoon I) en er wordt getafeltennist. ’s middags maken we meestal een uitstapje in de omgeving en ’s avonds wordt er weer gespeeld tot de trampoline dichtgaat. Dan verplaatsen de oudere kinderen zich naar de binnenruimte en ‘weerwolven’ ze. Ook doen we af en toe mee aan het animatieprogramma; zo maken de kinderen kralenkettingen, ze fietsen, dansen en roosteren marshmallows in het kampvuur.
Op dinsdag bezoeken we het kasteelfort van Sédan, met een zeer onwillige dochter F. Ik kan me echt niet meer herinneren waarom ze zo boos was, maar serieus is het wel. Ik ben voornamelijk bezig haar bij ons in de buurt te houden en niet met de rondwandeling door het kasteel. En dat is jammer voor haar, voor mij, maar met name voor de jongens. Gelukkig is ze net op tijd weer haar vrolijke zelf en wil ze wel mee naar het riddertoernooi. Dat vindt zoon I op zijn beurt dan weer zo spannend dat hij eigenlijk weg wil, maar gelukkig durft hij vanaf mijn schoot op de achterste bank toch te kijken.
Op woensdag gaan we ’s middags naar Parc Argonne Découverte; een soort dierenpark inclusief vogelshow met als klapper een trampolineparcours tussen de bomen. Dat parcours is echt vet vinden de kinderen. En ik kan dat alleen maar beamen. Donderdag begint regenachtig en leent zich niet echt voor een uitstapje. Maar van de hele dag op de camping zitten, wordt het niet gezelliger. Dus zet ik iedereen ’s middags toch in de auto voor een klein roadtripje door het mooie Franse land. We rijden langs Le Mont-Dieu; een oud klooster – prachtig, maar jammer genoeg kunnen we het niet bezoeken -, Le Chesne en Attigny. Overal stappen we even uit en lopen een rondje. Dan rijden we terug en eten frietjes op de camping.
Vrijdag gaan we naar Domaine de Vendresse; een klein attractiepark rond een oude verbrandingsoven waar vroeger metaal gewonnen werd. De kinderen kunnen er heerlijk spelen op verschillende speelplekken. Omdat Domaine de Vendresse ook een populaire plek is om te vissen, is het evengoed niet heel relaxed om kinderen zonder zwemdiploma alleen te laten rondlopen. Leuk is wel weer dat de kinderen vissen mogen voeren (en dat is heel spannend). Het spektakel met licht en geluid in de oude verbrandingsoven vindt zoon I echt te eng. Ik breng hem op zijn verzoek naar buiten, maar wil zelf wel wat zien; lekker onhandig! Op de terug wil ik wat eten bij het meer van Bairon, maar het restaurant heeft niet iets wat we makkelijk op het strandje kunnen opeten. En de kindjes zijn te moe om rustig op een stoel te blijven zitten. Dus cross ik snel naar huis om pannenkoeken te bakken. Maar ook dat gaat niet door want de supermarkt heeft geen eieren meer…
Zaterdag is inpakdag. Om half 11 zit alles in de auto. Toch duurt het nog tot half 1 voordat de kinderen uitgespeeld zijn en we kunnen vertrekken. Dat vind ik helemaal niet erg want ik zit in de tussentijd lekker in de zon op het terras met een kop koffie. Onze volgende stop is een camping in Luxemburg waar ik een super-de-luxe tent gehuurd heb. Op weg daar naar toe lunchen we in de citadel van Montmédy en maken we een spannende wandeling over de oude stadsmuren.