Een vriendin vertelde me dat haar twee kinderen (10 en 7) haar tijdens hun autovakantie naar Spanje zo verrast hadden; ze hadden maar 10% van de tijd ruzie gemaakt. Ik dacht nog; ‘oh, dan valt het bij ons ook best mee’, maar ze was nog niet klaar. Want hoewel ze een dvd-speler bij zich hadden, bleef die ongebruikt; de kinderen speelden de hele weg spelletjes…
Nu keek ik haar enigszins afgunstig aan. Het is niet zo dat onze kinderen geen spelletjes spelen tijdens onze roadtrips, maar dat ze maar 10% van de tijd ruzie hebben, heeft daar niets mee te maken. Integendeel; de spelletjes van onze kinderen – en dan bedoel ik niet yatzee of uno, wat mijn vriendin natuurlijk wel bedoelde – eindigen eigenlijk standaard in ruzie, want net te lang of net te hard of net niet goed…
Naast ruzie maken (10%) en spelletjes doen (10%) gaat de tijd van onze kinderen tijdens een autovakantie op aan eten en drinken (10%), luisteren naar een (luister)cd (20%), niks doen (10%) en – met stip op 1 – een dvd-tje kijken (40%). Wij betrappen ons er zelfs op dat we reistijd direct vertalen naar dvd’s: ‘Vier uur rijden? Oh, dat is twee dvd’s en dan zijn we al een heel eind…’. En in alle eerlijkheid; het is bij de gratie van de cd- en dvdspeler dat ze niet meer ruzie hebben dan die 10%.
Nou is een deel van onze kinderen natuurlijk nog wat jonger, dus er gelden tenminste verzachtende omstandigheden. Daar komt bij dat de jongste drie op de achterbank best wel dicht op elkaar zitten; dochter F zit tussen zoon I en zoon M ingeklemd. En dat is natuurlijk per definitie vragen om problemen. Want voor je het weet zit iemand – bedoeld of onbedoeld – in de persoonlijke ruimte van een ander. En dat leidt in de auto bijna altijd tot gedoe… Tenzij er dus een dvd-tje opstaat, want dan is het samen gezellig een dvd-tje kijken, blijkbaar belangrijker dan ruzie maken.
En dat is fijn, want ruziënde kinderen in de auto, dat vinden wij dus echt heel vervelend. Omdat het afleidt, maar ook omdat ik nooit zo goed weet hoe ik het kan (helpen) oplossen vanuit mijn positie in de bijrijdersstoel. Hoe zorg ik ervoor dat zoon I ophoudt met het knijpen van zijn zus als zus elke keer zo leuk reageert (lees: keihard krijst). Hoe krijg ik zoon M zover dat hij ophoudt met gillen als zijn zus met haar hoofd tegen zijn autostoeltje aanleunt. En wat doe ik als dochter F één van haar broers zit te pesten omdat ze daar gewoon zin in heeft…
Aan zoon P gaat het gedoe op de achterbank over het algemeen voorbij. Hij zit heel relaxed in de achterbak waar hij zijn eigen stoel heeft met boeken en tijdschriften. Hij heeft geen broers of zus in zijn persoonlijke ruimte en dus horen we hem de hele weg niet. Dat – in zichzelf – is best fijn. Want zoon P heeft net als de rest van de kinderschare een behoorlijk volume en kan ook niet altijd even goed omgaan met gedoe.
Als het ons niet lukt om de ruzie(s) op de achterbank te sussen en het geluidsniveau terug te brengen naar een ‘normaal’ niveau, halen we de ruziemakers uit elkaar door één kind te verplaatsen. Ook dat vind ik ingewikkeld trouwens, want ik wil niet belonen voor ‘slecht gedrag’. En de ervaring leert dat het er niet veel beter op wordt als we zoon P naar de achterbank verplaatsen. Dus wie van de ruziemakers mag lekker relaxed in de bijrijderstoel?
Afijn, meestal werkt deze oplossing wel en zorgt mijn aanwezigheid op de achterbank er ook voor dat er geen ruzie meer ontstaat. Maar ik blijf het lastig vinden; half omgedraaid in de bijrijdersstoel omgaan met ruziënde kinderen in de auto. Suggesties zijn dan ook meer dan welkom!