Voor de kust van Spilt (Kroatië) liggen verschillende eilanden. We kunnen één dag het water op, dus welke kiezen we? De aanbieders van boottochtjes hebben hun ‘verkoopstandjes’ op de kade, recht tegenover het paleis van Diocletianus. We wandelen erlangs en doen een vergelijkend warenonderzoek. Een tour waarmee je meer eilanden aandoet lijkt leuk, maar zijn behoorlijk prijzig (tussen de 90 en 165 euro per persoon). Een boottochtje naar drie eilanden is goed te overzien qua prijs (30 euro pp en 40 voor vier kinderen). Maar toch kiezen we ervoor één eiland ‘goed’ te bekijken in plaats van veel eilanden een beetje. We kiezen voor een dagtocht naar Braç. Al is er veel meer te zien en doen op Braç dan in één dag past.
Niet reserveren
Braç is ons aangeraden en wij laten ons graag leiden door tips van ‘mensen die er al eens geweest zijn’. Dit tripje doen we op eigen initiatief met de autoferry, zodat we verder niemand tot last zijn. Navraag bij rederij Jadrolinija leert dat je van tevoren geen kaartjes kunt reserveren voor een specifieke ferry naar Brac. Je komt en neemt de eerstvolgende waarop plek is.
Overtocht
Vroege vogels als wij zijn (not!) moeten we ons nog haasten om de ferry van half 11 te halen. Voor 551 kuna mogen we met z’n allen heen en weer varen; per enkele reis 160 kuna voor de auto en 115,50 kuna voor twee volwassenen (33 kuna per persoon) en 3 kinderen ouder dan 3 jaar (50%). Een hele dag lijkt veel om een eiland ter grootte van Texel te verkennen, maar in de praktijk valt het tegen. De overtocht duurt ongeveer een uur, dus we komen om half 12 aan in Supetar in het noordwesten. En we willen ook weer niet te laat terug zijn, dus streven we naar de boot van half 8. Er is genoeg te zien en doen op Brac. Het idee is om te beginnen met een havenstadje in het oosten, dan door te rijden naar Zlatni Rat – het mooiste strand van Braç en één van de meest bekende van Kroatië – en dan via Skrip – het oudste dorp van Braç – en Milna – een havenstadje in het westen – terug naar de boot.
Pucisca
Vanaf Supetar rijden we naar het midden van het eiland. Daar kunnen we de weg naar het oosten vervolgen of rechtsaf slaan richting de westkust. Wij kiezen oost. Braç is een relatief droog eiland met veel hoogteverschil. De begroeiing bestaat voornamelijk uit pijnboombossen op de hogere delen en wijn- en olijfgaarden in de lagere, meer vruchtbare dalen. Als je over de hoofdweg naar het oosten rijd, is het landschap relatief eentonig. Toch genieten we enorm van de kleuren en geuren van het Mediterrane landschap. En van de rust…
Eenmaal onderweg blijkt al snel dat ons programma te ambitieus is. We besluiten daarom niet helemaal door te rijden naar de meest oostelijke punt van Braç, maar af te buigen naar Pucisca een vissersdorp aan de noordoostkust. Naarmate we dichter bij de kust komen, worden we vaker getrakteerd op een doorkijkje naar de grillige kustlijn. En op de met struiken begroeide hellingen waarop rijen keien liggen. Maar we zien ook een soort ronde gebouwtjes. We vragen ons af wat het zijn…
We parkeren de auto en laten de kinderen eerst een kwartier los in een speeltuintje. Dan lopen we door naar het kleine haventje en zoeken een plekje om te eten. Het is een schattig haventje zonder al te veel poespas; er zijn een paar winkeltjes, een paar terrasjes, een kraam met kleurige prullaria, een kerk en een gemeentehuis. Op de scheepstouwen, zitten twee libelles. Een kleine rode en een grote die net niet echt lijkt, maar dat wel is. Het is een fascinerend gezicht…
Eerst komen we terecht in een pizzeria met een ruim buiten. Altijd goed om de kinderen te laten spelen. Bovendien is er zo’n auto waar je een centje in moet doen. Zonen I en M zitten er al in voordat we na een blik op de kaart moeten concluderen dat ze niets anders hebben dan pizza en we daar nu toch echt nog geen zin in hebben. We verplaatsen ons onder luid gekrijs van zoon I naar de andere kant van de haven en nemen plaats op een terras met schommelbanken. Ze hebben hotdogs, omeletjes en lekker lokaal gebak. Probleem is alleen dat het terras niet echt groot is en dat van de kraam met kleurige prullaria net naast het terras een enorme aantrekkingskracht uitgaat…
Zlatni Rat
Braç staat bekend om zijn witte kalksteen dat over de hele wereld gebruikt wordt; bijvoorbeeld in het Witte Huis. De belangrijkste groeve ligt ten oosten van Pucisca. Maar omdat we keuzes moeten maken, slaan we die over. De kinderen willen liever naar het strand. Daarom steken we het eiland over richting Bol aan de zuidkust voor een bezoekje aan Zlatni Rat. Ongelukkig genoeg valt zoon I in slaap op weg er naartoe. Dus blijft Sander achter in de geparkeerde auto terwijl ik met de oudste drie alvast naar zee ga. Het puntvormige strand van Zlatni Rat is het mooiste strand van Kroatië, tenminste, volgens de gidsen. Het ligt aan weerszijden van een kleine driehoekige landtong met aan de basis een eeuwenoud naaldbos. Op de foto’s die je overal in Kroatië ziet, lijkt het een prachtig wit zandstrand, maar dat is het niet. Het strand bestaat uit witte kiezels en dat is best een beetje ongelukkig lopen op je blote voeten.
Golfslag
Het is druk. We nemen de eerste trap rechts en zoeken een plekje aan de waterlijn. De kinderen liggen in no-time in het water en ik volg. Het is heerlijk, maar het wordt snel diep en in combinatie met een sterke golfslag is het vooral voor zoon M lastig op eigen kracht het strand weer te bereiken. Gelukkig is het water heerlijk van temperatuur en is het geen straf om er met dit warme weer in te moeten dobberen. Als Sander met zoon I arriveert, loop ik een rondje met zoon P en dochter F door het naaldbos, langs een afgesloten speeltuintje voor kleintjes en wat eetgelegenheden naar de andere kant van de landtong. Daar is de zee een stuk rustiger en bovendien ligt er een groot opblaasbaar klim- en klauterding in het water. Daar willen ze heen! Jammer genoeg is er aan deze kant geen enkel plekje vrij om onze doeken uit te spreiden; de ligbedden staan tot in het water. Richting de punt wordt het iets rustiger, maar ook daar zijn zoveel mensen dat het eigenlijk niet mogelijk is het strand in al zijn mooiheid te zien.
Eigenwijs langs de zuidkust
Om half vier pakken we in om door te rijden naar de westkust. Er zijn twee mogelijkheden; terug naar de grote weg (meer km) of verder langs de zuidkust. We kiezen voor de laatste optie. Wat een onzalig idee… Al snel houdt de verharde weg op. Wisten wij veel. In eerste instantie gaat het nog wel; de weg is relatief goed. Maar hoe verder we komen, hoe slechter ‘ie wordt. We beginnen ons zorgen te maken, maar opgeven willen we niet. Het uitzicht is te mooi en we hebben alle vertrouwen in onze auto.
Na een hele serie steile haarspeldbochten vol losse stenen, keien en gaten in de weg die we met samengeknepen billen doorstaan, komen we een viertal quadrijders tegen. ‘No good for your car’ zegt de voorste en wijst naar de weg voor ons. Ja, dat begrijpen we zelf ook wel, maar laat ons lekker eigenwijs doen. We rijden door en zien om de volgende bocht een helling opdoemen waarvan de schik ons om het hart slaat. Sander doet een poging, maar strandt halverwege. Hij probeert het nog eens met een ‘aanloop’, maar tevergeefs. We nemen ons verlies – wat niet gaat, dat gaat niet – en draaien om. Dat is best een hachelijke onderneming op die smalle, slechte weg met steile afgronden. Het is aan de stuurmanskunst van Sander te danken dat het lukt°.
Skrip
Op de weg terug lachen we als een boer met kiespijn naar de quadrijders die we ergens onderweg weer inhalen. De auto wil ondertussen niet meer uit z’n drie, waardoor we het opnieuw benauwd krijgen (stel je voor dat je in the middle of nowhere stil blijft staan). Maar met veel geduld van Sander en het vooruitzicht van een verharde weg, wil de auto uiteindelijk wel weer schakelen. Met dit avontuur hebben we behoorlijk wat tijd verspild en meer dan een bliksembezoek aan Skrip zit er niet in.
Als we aankomen in Skrip – de oudste nederzetting van Braç – wordt Sander (figuurlijk!!) besprongen door de oude dames van het verkoopgilde. Zij zien in Sander een potentiële klant en die moet mee om wat huisgemaakte wijn, grappa en jam te proeven. Alsof ze weten dat hij de verleiding van lokaal lekkers niet kan weerstaan. Ik loop ondertussen met de kinderen langs de oude grijze stenen huizen en de kerk. Veel bijzonders is het niet.
Om 7 uur maant Sander (een fles grappa en wat dessertwijntjes onder de arm) iedereen om in de auto te stappen. Met een beetje geluk halen we de boot van half 8 nog. En inderdaad, we kunnen direct de boot oprijden.
° Wil je deze route rijden, dan kan je dat het beste doen met een 4WD. Maar misschien was het ons ook wel gelukt als we ‘m bergafwaarts gereden hadden in plaats van bergopwaarts (dat deden alle andere mensen namelijk).