Wat doe je als je wilt voorkomen dat de vijand je vliegveld bombardeert? Dan bouw je er een soortgelijk vliegveld compleet met nepvliegtuigen naast, zodat de vijand niet meer precies weet welk van de vliegvelden de echte is. Klinkt deze oplossing je wat omslachtig in de oren? Toch is dit precies wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurde in de buurt van het vliegveld Gilze-Rijen waar de Duitsers schijnvliegveld de Kiek aanlegden om de geallieerden te misleiden.
Schijnvliegveld De Kiek (Scheinflugplatz Kamerun of SF37)
Vliegbasis Gilze-Rijen – gelegen in Noord-Brabant tussen Breda en Tilburg – kwam na de Duitse inval in Nederland (1940) vrij snel in handen van de Duitsers. Zij breidden het vliegveld uit en besloten om een kleine 10 km verderop tussen Alphen en Riel een nepvliegveld aan te leggen dat qua lay-out erg leek op Gilze-Rijen. Over de plek hadden de Duitsers goed nagedacht, want het schijnvliegveld lag – net als Gilze-Rijen – aan een spoorlijntje: het Bels-lijntje (nu een fietspad).
In de hei staken de Duitsers drie start- en landingsbanen af in de hei, compleet met nephangars en nepvliegtuigen van hout met doek eromheen waarop hakenkruizen geschilderd waren. Van bovenaf zag het er precies zo uit als Gilze-Rijen. Scheinflugplatz Kamerun noemden de Duitsers het, SF37 in codetaal. In de volksmond kreeg het vliegveld de naam Schijnvliegveld De Kiek, dat verwijst naar de Tilburgse doktersfamilie Kieckens die op deze plek in 1860 een bos aanlegden.
Tussen het spoor en het vliegveld in het bos bouwden de Duitsers een bunker en verschillende houten barakken. Vanuit de bunker hielden de Duitsers het vliegveld in de gaten. De barakken werden gebruikt als werkplaats en als slaapplek voor de soldaten. Tot veel bombardementen van de geallieerden heeft het schijnvliegveld niet geleid, want de Engelsen hadden al snel door dat er iets niet helemaal klopte. Wel werden de dorpen in directe omgeving af en toe geraakt door een bom met meerdere burgerslachtoffers als gevolg. In september 1944 verloor Schijnvliegveld De Kiek zijn functie.

Belevingsbos met Messerschmitt van Cortenstaal
De start- en landingsbanen van Schijnvliegveld De Kiek zijn allang niet meer zichtbaar. Het terrein wordt tegenwoordig door Defensie gebruikt om explosieven tot ontploffing te brengen (net als in de Tweede Wereldoorlog toen ten oosten van het vliegveld een plek lag waar vliegtuigen hun overgebleven bommen konden droppen voor het landen). In 1981 is geprobeerd de bunker op te blazen, maar zonder succes.
In 2019, 75 jaar na de bevrijding van Riel, is het bos waar de bunker staat ingericht als belevingsbos. Als plek waar je kan leren over de bijzondere geschiedenis van deze plek en je kunt realiseren dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Er zijn wandelpaden aangelegd en diverse informatieborden geplaatst die je vertellen over de situatie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook is er in dat jaar een Messerschmitt BF109 van Cortenstaal middenin het belevingsbos geplaatst. Dit kunstwerk met een spanwijdte van 10 meter en een gewicht van 2600 kilo is gemaakt door Bart Somers. Een Chinook transporthelikopter van de Koninklijke Luchtmacht verzorgde het transport.


Ons bezoek aan Schijnvliegveld De Kiek
Ik bezoek Belevingsbos bij Schijnvliegveld De Kiek met de kinderen. Komend vanuit Alphen over een zandpad (Oude Tilburgsebaan), parkeer ik mijn auto in de berm. Het belevenisbos is niet groot. Er loopt in de lengte een pad doorheen met in het midden twee korte kruislinkse paden. Op het kruispunt van deze drie paden staat de Messerschmitt, die we meteen zien liggen als we het bos inlopen. Eerst passeren we de overblijfselen van iets wat lijkt op een stenen huis. Op het informatiepaneel lezen we dat de stenen muur de houten werkplaats die hier stond beschermde tegen granaatscherven. Dit is het enige overblijfsel van de verschillende gebouwtjes die hier ooit stonden.
Zodra we bij het vliegtuig zijn, klimmen de kinderen erop en erin. En dat mag ook… De Messerschmitt is van boven dicht en van onderen open. Dit sluit aan bij het beeld dat de piloten van de nepvliegtuigen hadden als ze over het vliegveld vlogen; net echt… Naast de Messerschmitt staat de commandobunker aan de rand van het bos. Je kunt er niet in, maar wel op. Op het dak, dat een ‘hek’ van stalen kruisen en prikkeldraad heeft, vind je een plattegrond van Schijnvliegveld De Kiek zodat je kan zien dat de Duitsers vanuit het kijkgat eronder inderdaad uitkeken op het vliegveld. In oorlogstijd schuilden in deze bunker ook omwonenden die een vriendschappelijke relatie met de hier gestationeerde soldaten onderhielden.
Vanaf het vliegtuig kan je doorlopen tot aan het fietspad dat ligt op de plek waar vroeger het Bels-lijntje liep. Hier staat een groot informatiebord waarop je kunt lezen over de geschiedenis van deze plek. En dan heb je alles gezien. Groot is het dus niet en in een half uur heb je alles wel gezien. Leuk is ook de app die je kunt downloaden. Hierin vertellen een Duitse soldaat, een Britse soldaat en een buurtbewoner vanuit hun perspectief over deze plek. Ook kan je door middel van animaties zijn hoe Schijnvliegveld De Kiek eruit gezien heeft.




Schijnvliegveld De Kiek is zeker niet het enige schijnvliegveld dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland aangelegd is, maar wel één van de weinige waar zoveel aandacht aan besteed is (en dat daardoor voor ‘echt’ door kon). En één van de weinige schijnvliegvelden die bewaard gebleven is. Dat alleen al maakt het een bijzondere plek om te bezoeken, mocht je in de buurt zijn. Maar ik zou er niet te ver voor omrijden…
1 comment
Wat een heerlijke, stoere speelplek in de natuur, ook al is het niet zo heel groot. En een mooi stukje geschiedenis er meteen bij. Ik wist eigenlijk niet dat er zoiets als schijnvliegvelden bestonden. 🙂