Sardinië is een prachtig eiland in de Middellandse Zee. Het hoort bij Italië en ligt daar ten westen van. Net onder het Franse eiland Corsica. In het noordwesten van Sardinië ligt Alghero. Een leuk stadje met een prachtig oud centrum. Vanuit Alghero kan je zuidwaarts een mooie en afwisselende roadtrip in het westen van Sardinië maken. Een rondje waarbij je een deel van de route langs de kust en een deel – meer in het binnenland – over de snelweg rijdt.
Onderweg kom je verschillende plekken tegen waar je kunt stoppen. Om van het uitzicht te genieten of vanwege een bezienswaardigheid. Ik maakte deze roadtrip samen met Annemarie van het blog Is het nog ver?. We reden heen langs de kust – wat ik ook absoluut aanraad, aangezien je dan aan de kant van het water rijdt en makkelijker kunt stoppen – en terug over de snelweg. In dit blog de route en een overzicht van de highlights die je onderweg tegenkomt. Om al deze stops te kunnen maken, trokken wij overigens anderhalve dag uit. Maar als je de mijn in Montevecchio overslaat, lukt het in een dag misschien ook wel…
1. Kustweg tussen Alghero en Bosa
De kustlijn ten zuiden van Alghero is ruig en groen. Je vindt er geen zandstranden zoals in het noorden en oosten, maar rotsige kliffen en inhammen. Je start je roadtrip door het westen van Sardinië door vanuit Alghero naar het zuiden te rijden met de zee aan de rechterhand (volg de bordjes Bosa). De weg kronkelt zich langs de grillige kustlijn. Rond begroeide heuvels in vijftig tinten groen die vol staan met gele en witte bloemetjes (in het voorjaar tenminste). Het uitzicht is vaak adembenemend. Gelukkig kom je af en toe een parkeerplaats tegen, vanwaar je even rustig van al dat moois kan genieten. Jammer genoeg hebben ze op Sardinië niet per definitie parkeerplaatsen gemaakt op de beste plekken, dus soms heb je het beste uitzicht alleen vanuit de auto.
2. Bosa en Castello di Serravalle (of Malaspina Castle)
Na ongeveer 1 tot 2 uur rijden – afhankelijk van het aantal en de duur van de stops die je onderweg maakt – kom je aan in Bosa. Bosa is een stadje dat uit twee delen bestaat: het centrum van Bosa dat aan de rivier de Temo ligt en Bosa Marina, het deel dat aan zee ligt. Bosa Marina kan je wat mij betreft overslaan (alhoewel het misschien in de zomer wel leuk is), Bosa centrum zeker niet. Zorg ervoor dat je vanuit de richting van Bosa Marina aan komt rijden via de SS129bis, want dan heb je een prachtig uitzicht over het kleurrijke dorp dat tegen een heuvel aangeplakt ligt met het kasteel van Bosa – dat Castello di Serravalle heet, maar ook Malaspina Castle – als kers op de taart.
Ik rij heel lui door het dorp heen naar boven tot aan het kasteel waar de smalle weg doodloopt. Daar keer en parkeer ik de auto, maar dat zal je in het hoogseizoen zeker niet lukken (want smal, druk en weinig mogelijkheden om te parkeren). Je kan dan beter je auto beneden parkeren en omhooglopen (best een klim). Eenmaal door het hek, is het nog een klein stukje traplopen naar de ingang van het kasteel. Ik betaal 5,50 euro om naar binnen te mogen. Het gedeeltelijk vervallen middeleeuwse kasteel is enorm. Je kunt een rondje over de muren lopen – vanwaar je prachtig uitzicht hebt over Bosa en omgeving – en het kerkje – Chiesa di Nostra Signora de sos Regnos Altos – met z’n fresco’s bekijken.
3. Tinnura
Op 10 kilometer van Bosa ligt het dorp Tinnura. Het is niet groot – er wonen maar 250 mensen – maar wel bijzonder. Overal in het dorp vind je namelijk prachtige muurschilderingen. Voornamelijk landelijke taferelen. Echt prachtig! Wij lopen op ons gemak een rondje. Eerst door de hoofdstraat – waar je het merendeel van de werken vindt – en terug via Via Grazia Deledda. De werken zijn voornamelijk gemaakt door de Sardijnse kunstenaar Pina Monne en verwijzen naar het leven in en rond het dorp.
Naast de muurschilderingen staat Tinnura blijkbaar ook bekend om z’n wijn en z’n weefkunst, maar daar zien wij – behalve op de muren – niet veel van.
4. Santa Caterina di Pittinuri
Tussen Tinnura en Oristana is de baai van Santa Caterina di Pittinuri de moeite waard om een stop te maken tijdens een roadtrip in het westen van Sardinië. Het zandstrand wordt aan beide kanten begrensd door kliffen van kalksteen. Tegen een achtergrond van donkere wolken doet een groep surfers in zee pogingen om op hun plank te gaan staan. Op de rechterpunt staat de Torre Costiera, vanwaar je mooi uitzicht hebt over de baai. Het strand grenst aan een parkachtig stuk groen met een speeltuintje…
5. Oristano
Oristano is na Cagliari en Sassari de derde stad van het eiland. Jammer genoeg hebben we geen tijd om deze van oorsprong middeleeuwse stad te bezoeken (en bovendien regent het als we er zijn), maar ik begrijp dat ‘ie wel een bezoek waard is vanwege z’n architectuur.
Het enige wat wij er doen is lunchen. En daarvoor kiezen we – omdat we zo snel niets anders zien – een onooglijk tentje dat er van buiten uitziet als een goedkope ijszaak (en dat ook blijkt te zijn): Barbagelato (Piazza Roma 60). Eenmaal binnen hebben we echter absoluut geen spijt van onze keuze. IJs hebben ze inderdaad in alle soorten en maten, maar ze hebben ook heel veel ander lekkers – lees: we staan haast watertandend voor de vitrines – en duur is het ook al niet. Een aanrader dus!
6. Minieri Montevecchio
Vanuit Oristano kan je ervoor kiezen de snelweg (SS131) op te draaien en weer noordwaarts te rijden. Wij kiezen ervoor onze roadtrip door het westen van Sardinië te verlengen door nog ruim 50 kilometer naar het zuiden te rijden. Naar Montevecchio, een oud mijnstadje. Hier werd in de 19deen 20steeeuw zink, lood, ijzer en zilver gewonnen. Sinds 1991 is de mijn gesloten en zijn de gebouwen vervallen.
Meld je boven bij de receptie en je kunt met een gids een bezoek brengen aan dit industriële erfgoed. Omwille van de tijd kiezen we voor slechts één route van 45 minuten: de Piccalinna Mine. Ondergronds gaat de rondleiding jammer genoeg niet. We bekijken de vervallen gebouwen die bij deze in 1874 geopende mijn horen, de onderkomens van de werklieden en de voormannen, de gebouwen waar de gewonnen erts verwerkt werd, de San Giovanni schacht en de compressor-ruimte. Op het terrein rond de gebouwen staan verroeste treinwagonnetjes als stille getuigen van vervlogen tijden (de mijn is sinds 1981 gesloten).
Als onze rondleiding afgelopen is, nemen we nog uitgebreid de tijd om rond te kijken en te fotograferen. Wat kan verval toch mooi zijn…
7. Parco Archeologico Naturalistico di Santa Cristina
Vanuit Montevecchio gaan we terug naar de snelweg en rijden naar het noorden tot net voorbij Oristano. Daar, in de buurt van Paulilatino, ligt het Parco Archeologico Naturalistico di Santa Cristina (entree 5 euro en dan kan je ook naar het archeologisch museum in Paulilatino). Dit park bestaat uit drie delen; een oud kerkdorp, een bijzondere put en een nuraghe (een typische stenen toren uit de bronstijd die alleen in Sardinië gebouwd werd).
Het Christelijke kerkdorp dat bestaat uit 36 huisjes rond de restanten van de Santa Christina Kerk doet ons denken aan de kerkdorpen in Zweeds Lapland en de hofjes in Nederland. De kleine huisjes met fotogenieke deurtje staan rond een soort plein met bomen. Het dorp – een pelgrimsoord – is verlaten en de huisjes zijn leeg (voor zover we dat door de ramen heen kunnen zien). Maar ik begrijp dat ze twee keer per jaar gebruikt worden…
Pozzo Santa Cristina
150 meter links van het kerkdorp (vanuit de receptie gezien) ligt de Pozzo Santa Cristina tussen de olijfbomen. Deze bijzondere en heilige put uit de 12de eeuw voor Christus is uniek in z’n soort. Het is jammer dat je vanaf de grond niet kan zien hoe mooi dit bouwwerk gevormd is, met z’n ovale en sleutelgatvormige muren.
De put bevindt zich in het midden van deze muren in de grond. Hij is te bereiken via een trap die naar beneden toe steeds smaller wordt. We dalen af tot aan de onderste trede, die blank staat. Misschien heeft de regen het bassin doen overlopen… Naast de put staan de overblijfselen van veel andere bouwwerken, waaronder ook een ronde verzamelplaats (the gathering hut).
Santa Cristina nuraghe
150 meter rechts van het kerkdorp vinden we de Santa Cristina nuraghe uit de 15de eeuw voor Christus. De gedeeltelijk ingestorte stenen toren ligt op een bijzonder mysterieuze en sprookjesachtige plek, die me doet denken aan een soortgelijke archeologische site in Menorca (Torrellafuda). De toren wordt omgeven door groen in allerlei kleuren, oude olijfbomen en bemoste rotsblokken. Prachtig…
De nuraghe heeft een ingang die leidt naar een centrale ruimte met drie nissen en een conisch dak. Voor de centrale ruimte kan je rechtsaf naar een kleinere ruimte en links is een soort gang omhoog die oorspronkelijk naar de eerste verdieping en het dakterras leidde. We kunnen ‘m beklimmen tot zover als het verantwoord is. Naast de nuraghe staat nog een soort lange smalle opslagruimte (Capanne) die me doet denken aan een hunebed. Iets verder weg langs het pad staat er nog één, maar dan zonder dak.
8. Nuraghe Losa
Vanuit Paulilatino is het een klein stukje noordwaarts naar een andere nuraghe: Nuraghe Losa. De nuraghe ligt op een halve kilometer van de snelweg, in de buurt van Abbasanta en is dus relatief makkelijk te bezoeken. We betalen 5 euro pp om naar binnen te mogen. Deze nuraghe is groter en beter bewaard gebleven dan de Santa Cristina nuraghe.
Binnen een ommuring met twee verdedigingstorens staat een centraal driehoekig bouwwerk van (oorspronkelijk) twee verdiepingen en een dakterras. De indeling is exact dezelfde als de Santa Cristina nuraghe. Maar hier is aan de achterkant van het driehoekige gebouw nog een ingang. Voor de driehoekige toren staan de overblijfselen van een ronde toren en ook achter het driehoekige bouwwerk staan torens. Verder zijn er nog overal muren die suggereren dat er nog veel meer bouwwerken stonden. Vanaf het driehoekige bouwwerk kan je heel ver kijken. Alle kanten op…
9. Necropolis of Sant’Andrea Priu
In de buurt van Bonorva ligt de necropolis of Sant’Andrea Priu. Dit enorme complex van 20 graftombes – Domus de Janas, vrij vertaald als ‘feeënhuizen’ – is rond 3000 voor Christus uitgehakt in de rotsen. De Domus hebben de vorm van huizen uit die tijd en bestaan vaak uit meerdere ‘kamers’. Het is al na vijven als we bij dit archeologische complex aankomen, maar helaas willen de medewerkers van de ticket-office (die 200 meter verder ligt dan de ingang naar de necropolis zelf) ons er niet meer inlaten. Als we terugrijden en even stoppen om het complex vanaf de weg te bekijken, zien we op het bordje staan dat ‘ie open zou moeten zijn tot zonsondergang…
Geen foto’s van de Necropolis dus, maar we kijken nog wel even rond in de omgeving…
10. Route van Thiesi naar Alghero
Om terug te gaan naar Alghero ga je bij Thiesi de snelweg af. Het stuk dat nu volgt is wat mij betreft net zo de moeite waard om te rijden als het stuk tussen Alghero en Bosa. Het is echt prachtig. Bochtig en heuvelachtig, dat wel… Neem dus de tijd, want je gaat niet heel hard. En dat wil je ook niet, want het landschap verandert steeds weer en na elke bocht is er een nieuw prachtig en groen vergezicht. Super fotogeniek! Net als op het stuk langs de kust zijn er ook hier plekken om te stoppen, maar meestal niet daar waar je ze nodig hebt…
11. Alghero
En zo kom je weer terug in Alghero. Vergeet vooral niet ook het leuke oude centrum van dit stadje te bezoeken. Misschien niet als onderdeel van je roadtrip in het westen van Sardinië – want je hebt je tijd wel nodig – maar toch zeker op een ander moment. Je kunt je auto parkeren op de Parcheggio Piazzale della Pace (op vijf minuten lopen van de oude stad).
Wij wandelen langs de haven en vervolgens linksom langs de stadsmuren tot aan de Torre di Sant’Elmo. Daar kunnen we de stad in via een nogal lelijke doorgang. We houden rechts aan en gaan de stadsmuur op bij de Torre Aragonese o della polveriera. We lopen verder linksom over de stadsmuur langs de verschillende bastions tot aan de Torre San Giacomo. Daar steken we de stad weer in en dwalen wat door de gezellige straatjes met leuke winkeltjes en restaurantjes tot we bij de Torre di San Giovanni (St. John Tower) komen. Van daaruit lopen we weer terug naar de parkeerplaats.
Als je langer op Sardinië bent, kan je natuurlijk nog veel meer zien van dit fijne eiland. Want er zijn zoveel mooie plekken op Sardinië om te ontdekken…
2 comments
Leuk Michal! Leuk om te lezen en te zien. Leuk ook dat ik best veel plekken nog niet kende, terwijl ik echt zóveel op Sardinië heb gezien. Een mooie route!
Dank! En wat grappig dat er zelfs voor jou – als Sardinië-expert – nog nieuwe plekken in dit blog staan.