De autoslaaptrein van Düsseldorf naar Wenen… Een vriendin had het terloops laten vallen in een gesprek dat we hadden over vakantieplannen. En het liet me niet meer los. Van die hele autoslaaptrein naar Wenen had ik nog nooit gehoord. Ik kende alleen de autoslaaptrein van Den Bosch naar Livorno, maar die bleek nou juist vanaf deze zomer (2015) niet meer te rijden.
Het idee om met de autoslaaptrein weg te gaan, had zich ergens in mijn hoofd vastgezet. Ik begon te fantaseren over de landen die binnen ons bereik zouden komen als we in die trein stapten. Onbereikbare landen als we het hele stuk zelf moesten rijden. En ik stelde me voor hoe heerlijk het zou zijn als je ‘s avonds aan boord van de trein gaat, een nachtje slaapt en dan 1000 kilometer verderop weer wakker wordt.
Het is niet zo heel erg moeilijk om Sander enthousiast te maken voor het idee van de autoslaaptrein. En als de kosten dan ook nog mee blijken te vallen, zijn wij om. We boeken een zespersoonscoupé en verheugen ons op een lekker uitgeslapen begin van onze vakantie.
Boy, were we wrong!
De dag van vertrek begint behoorlijk relaxed; we hoeven pas om kwart voor acht ‘s avonds op het station in Düsseldorf te zijn, dus als we in de loop van de middag eens die kant op gaan rijden zijn we ruimschoots op tijd. Er wordt nog even gespeeld met vrienden, we kopen de laatste dingetjes, pakken een tas handbagage en een tas met proviand in voor onderweg en schuiven alles in de auto. Om half drie draaien we de deur op slot en stappen in de auto. So far, so good…
De reis verloopt voorspoedig en om een uur of vijf arriveren we in Düsseldorf. Ruimschoots op tijd om nog een rondje door de stad te lopen en wat te eten. Rond kwart voor acht melden we ons bij de check in voor de autoslaaptrein. Op de parkeerplaats halen we alles uit de auto wat we nodig hebben, waarna Sander de auto op de trein rijdt. We verplaatsen ons naar het perron waar we nog een half uur moeten wachten voordat de trein vertrekt. Oudste zoon P leest een boek, jongste zoon I kijkt naar de treinen en de andere twee spelen tikkertje op het perron.
Eenmaal in de trein proberen we zo goed en kwaad als het gaat alle spullen op te bergen, zodat we de beschikbare vloerruimte – en dat is nog geen vierkante meter – maximaal kunnen gebruiken. We schuiven de tassen en de buggy onder de banken en zetten de tas met proviand onder het tafeltje, achter de ladder. Het is 9 uur; tijd om de coupé om te bouwen tot slaapcoupé.
En dan blijkt dat zo’n zespersoonscoupé heel krap is. Zo krap dat het gewoon niet lukt om met z’n zessen op het beschikbare vloeroppervlak te staan. Zeker niet als er ook nog iemand probeert een bed op te maken. En dan moeten er ook nog tassen onder de bedden vandaan voor tandenborstels en zo. Behoorlijk onhandig! Zittend gaat het allemaal prima, maar als alle banken omgetoverd zijn in bedden, kan je in de coupe alleen nog maar liggen of staan. En het smalle gangpad buiten de coupe is rond dit tijdstip ook al geen goede hangplek; het is een komen en gaan van mensen met koffers en tandenborstels.
Als de kinderen in bed liggen, wordt duidelijk dat ze het hele avontuur met de autoslaaptrein best heel spannend vinden. Met name zoon M en dochter F zijn behoorlijk hyper en hebben de grootste lol samen. En daarmee houden ze de andere kinderen wakker (om nog maar te zwijgen over de buren). Het vraagt uiteindelijk een niet al te aardige doch duidelijke interventie om iedereen stil te krijgen. Het is dan half 11.
Omdat we eigenlijk nergens meer heen kunnen nu de kinderen in bed liggen, besluiten we zelf ook maar te gaan slapen. Als we gaan liggen volgt een onaangename verrassing; het bed is ongeveer net zo hard als een plank. En dat ligt niet echt relaxed. Zeker niet in combinatie met het kussen, dat zo klein en dun is dat het eigenlijk geen kussen mag heten. Bovendien blijkt het bed voor Sander te kort. Hij kan alleen opgevouwen op zijn zij liggen, en dat gaat na een tijdje best zeer doen op die plank.
Spanning gaat bij onze kinderen altijd gepaard met een bijzonder zwakke blaas. Geen idee waarom, maar vooral dochter F moet wel tien keer naar de wc. En zolang zoon M nog wakker is, hobbelt hij in haar kielzog mee. Nou hebben wij geen smetvrees – geloof me, de autoslaaptrein is echt niet geschikt voor mensen met smetvrees – maar als ze naar de wc gaan, moeten ze wel hun slippers aan en na afloop hun handen ‘wassen’ met van die antibacteriële gel. Dus elke keer ben ik er toch weer mee bezig.
Om nog maar te zwijgen over het feit dat onze kinderen niet zo goed overweg kunnen met het beddengoed in de autoslaaptrein. Voor elk bed is er een lakenzak, een deken en dat lullige kussentje. En een A5-je met verhelderende pictogrammen over hoe je er wel en vooral niet in moet gaan liggen. Jammer genoeg hebben onze kinderen dat voor het slapengaan niet goed genoeg bestudeerd. En dus zitten ze na elke plasbeurt weer met hun beddengoed in de knoop. De ene keer liggen ze onder de lakenzak, dan weer tussen de lakenzak en de deken en af en toe komen ze er gewoon helemaal niet uit.
Omdat er om de zoveel tijd iemand naar de wc moet, hebben we de deur niet op slot gedaan. En dus staat er ’s nachts ineens een wildvreemde in de coupé. Het duurt even voordat ik – die in één van de onderste bedden slaapt – dat doorheb. En dan duurt het weer even voordat de wildvreemde doorheeft dat ze in de verkeerde coupé zit, want ik durf niet al te hard tegen haar te schreeuwen, bang als ik ben om de rest wakker te maken.
En dan moet je ’s nachts ook nog dealen met het bewegen van de trein en alle geluiden die horen bij zo’n autoslaaptrein. In hoeverre je daar last van heb, is persoonlijk. Sander had in het bovenste bed af en toe het gevoel dat we om zouden vallen. Dat had ik beneden helemaal niet. Ik vond dat geboemel juist wel prettig.
Net voordat om half acht uur het ontbijt geserveerd wordt, staan we op. We mikken al het beddengoed op de bovenste bedden en creëren weer twee bankjes. We maken de balans op en constateren dat we allebei geen oog dichtgedaan hebben. Gelukkig maakt het feit dat we nu 1000 km verderop zijn veel goed. Wel jammer dat we nog vierhonderd kilometer moeten rijden naar onze eindbestemming…
Let op, de autoslaaptrein van Düsseldorf naar Wenen rijdt sinds december 2017 niet meer. Ook kan je in 2018 niet van Düsseldorf naar Verona of Livorno. In 2018 rijden eigenlijk nog maar twee internationale autoslaaptreinen: vanuit Düsseldorf naar Innsbruck (Oostenrijk) en van Hamburg naar Wenen. Kijk voor meer informatie op: https://www.treinreiswinkel.nl/reizen/autotrein
2 comments
Haha, de ruimtes zijn inderdaad erg krap. Verder ben ik er altijd erg tevreden mee! Als alleenstaande moeder is het voor mij onmogelijk om zover te reizen, maar met de trein sla ik een heel stuk over.
Kan echter geen tickets meer vanuit Nederland vinden. Kom steeds op deze pagina (https://goedkoop-treinkaartje.nl/autotrein) terecht waar alleen tickets vanuit Düsseldorf en Parijs worden aangeboden.
Mochten je hier meer over weten, hoor ik het graag 😉
Groetjes, Miranda
Bedankt voor je reactie Miranda. Nee, volgens mij vertrekken er geen autoslaaptreinen meer uit Nederland. Jammer wel… Alhoewel Dusseldorf ook goed te doen is qua reisafstand. Vind het wel dapper dat je dat alleen doet. Van het idee dat ik mijn auto op de trein zou moeten rijden, krijg ik het al Spaans benauwd… Jij niet dus! Stoer! Maar wat doe je ondertussen met de kinderen? Dat zou ook nog wel een dingetje zijn voor mij. Maar het is inderdaad wel een fijne manier om ver te komen. Ik ga er eens over nadenken…