Trier, de oude westelijke hoofdstad van het Romeinse rijk, bestaat al sinds 2000 voor Christus. Uit de tijd van de Romeinse overheersing zijn nog heel wat overblijfselen te vinden in deze stad. Overblijfselen die vragen om ontdekt te worden. Leuk voor klimlustige kinderen die houden van spannende speurtochten door donkere gangen. Kortom, Trier met kinderen is een aanrader…
Porta Nigra
De bezienswaardigheden in Trier zijn heel handig in en vlak rond het autoluwe centrum neergezet. Zo kun je als kinderrijke bezoeker met een beetje goede wil de benenwagen gebruiken om alles te bekijken. Aan de rand van het centrum staat bijvoorbeeld de Porta Nigra, een mooi beginpunt want in de schaduw van de imposante oude toegangspoort bevindt zich ook de VVV.
Toegangspoort
De Porta Nigra is het grootste Romeinse bouwwerk op Duitse bodem. En als je aan de voet ervan staat, kun je je dat ook zomaar voorstellen. Dit bescheiden flatgebouw is 30 meter hoog. Het was de noordelijke toegang tot de stad en bevond zich in een bijna 6,5 kilometer lange stadsmuur.
Op een familieticket mogen wij voor 6 euro naar binnen. Dat is best spannend. Aan de ene kant omdat het gebouw lekker donker is en je er kunt rondrennen en dingen doen als kinderimprovisatietoneel (Nu ben ik de koning en kwam jij me verslaan!) en verstoppertje. Aan de andere kant omdat jongste zoon I zich niets aantrekt van die naar-beneden-val-gaten met hekjes ervoor waar een 2-jarige zich met speels gemak doorheen wurmt. Het maakt van ons bezoekje een zenuwslopende gebeurtenis.
Dom
Alleen maar Romeinse ruïnes is ook niet alles, dus gaan we na de oude stadspoort naar de Dom. Deze ligt midden in het centrum en is gruwelijk groot. De oudste bisschopskerk van Duitsland blijkt toch ook een Romeins tintje te hebben; hij is gebouwd op de resten van een Romeinse basilica die naar verluid nog twee keer zo groot was als de Dom nu. Sander loopt een rondje met de oudste 3 terwijl Michal naar buiten vlucht met zoon I, die besluit de akoestiek van het tientallen meters hoge kerkgebouw te testen.
Arena
Eenmaal herenigd op het zonovergoten voorplein, lopen we door naar het amfitheater. Dit is het verst uit het centrum gelegen Romeinse bouwsel. Hierna leidt de weg alleen nog maar terug. Handig om te weten, want dan kun je de kinderpsyche bespelen met de belofte van een grote ijsco op de terugweg. En aan ijswinkels in Trier geen gebrek! Rond de ovalen zandvlakte van het amfitheater liggen de oude tribunes: weelderig groen begroeide hellingen waar de kinderen heerlijk op kunnen rondrennen. Al doende steken ze nog wat op ook over de bouwkunst van de Romeinen en hun inzicht in akoestiek; als Sander in de arena staat, kunnen ze vanaf de tribune met hem praten zonder stemverheffing. Fantastisch zijn daarna ook de ondergrondse vertrekken onder de arena. Hier waren de kleedkamers van de gladiatoren en de hokken van de wilde dieren. Nu lopen houten vlonders langs deels ingestorte gangen over het grondwater dat in de catacomben staat. Één voor één stormen de kinderen de trap op en betreden de arena. Denkbeeldige zwaarden gaan de lucht in en op handen en voeten lopend beelden ze hongerige leeuwen en tijgers uit.
IJs!
Als we de kinderen met pijn en moeite uit hun gladiatorenstrijd losgeweekt hebben, lopen we naar de keizerlijke termen voordat we op zoek gaan naar dat beloofde ijsje. Het is een megalomaan complex, dat nooit is afgebouwd en nu in de steigers staat. Ook hier zijn veel ondergrondse gangen, maar de kinderen hebben hun kruit al verschoten in het amfitheater. We lopen terug richting de Porta Nigra waar we onze zoektocht naar de Romeinen begonnen. Onderweg hebben we de gelateria’s voor het uitkiezen. We kiezen er een waar ze naast onbeschoft grote ijsjes voor de kinderen ook een heerlijk potje Duits Weizenbier hebben voor ons.
Terug bij de auto, beseffen we dat we nog lang niet klaar zijn in Trier. De 400 jaar oude fontein op het marktplein en de Judengasse, een benauwd straatje dat in de Middeleeuwen het hart van de Joodse wijk was, hebben we gezien, maar niet echt goed bekeken of beleefd. Met onder meer de Basilica van Constantijn, de abdij Sint Matthias en nog een hele trits andere oudheden en interessante musea (waaronder het speelgoedmuseum) is er nog genoeg reden voor een tweede dagtocht naar Trier met kinderen. Voor ons is het nu wel even genoeg: de Romeinse strijdbijl begraven we voor nu en we keren terug naar ons vakantiehuisje een paar dorpen verderop.
Praktisch
- Ligging: Trier ligt in Duitsland op enkele tientallen kilometers van Luxemburg en de Belgische Ardennen. Zowel vanuit Rotterdam als vanuit Arnhem rijd je er in ongeveer 3,5 uur naar toe.
- Voor informatie over alles wat er in Trier met kinderen te zien, doen en beleven is (incl. toegangsprijzen), kijk op trier-info.de
2 comments
Wat een leuk reisverslag! 🙂
Kan jij je nog herinneren hoe lang je ongeveer over dit traject gedaan hebt? Inclusief ravotten en vechten in de arena?
Daar zou je mij een enorm plezier mee doen. 🙂
Dank je. Ik denk dat wij tussen 11 en 12 in Trier waren (wij zijn niet de snelsten ‘s ochtends) en we waren er rond 8 uur weer weg (maar dat is inclusief een frietjes bij de McD). Over de wandeling hebben we denk ik een uur of vijf/zes gedaan (en dat is echt kindertempo waarbij we overal uitgebreid tijd genomen hebben om te ontdekken). Het kan veel sneller…