Wie van andere culturen en gebruiken houdt en zijn kinderen daar ook mee kennis wil laten maken, komt tijdens het reizen ongetwijfeld wel eens in gebieden die te boek staan als ‘minder veilig’. Voor Lenneke en Jan-Pieter is dit geen bezwaar. Maar ook voor hen geldt: veiligheid voor alles. Tijdens hun reis door het Midden-Oosten in 2011 hebben zij aan den lijve ondervonden hoe waardevol het is contact te leggen met de Nederlandse ambassade.
Jan-Pieter en Lenneke hebben een grote fascinatie voor het Midden-Oosten. Daarom vertrokken ze in 2011 voor drie maanden naar Syrië, Libanon, Turkije en Iran. Hun zoon Tomas was niet lang daarvoor 3 jaar geworden en Lenneke was net zwanger van de tweede. Het echtpaar wilde hun favoriete manier van reizen niet bij voorbaat opgeven omdat ze met een kind op stap gingen. Jan-Pieter: ‘Wij reizen op de bonnefooi met het openbaar vervoer. Daarbij gaan we af op tips die we onderweg krijgen. Het is verrassend en avontuurlijk en we komen op de meest fantastische plekken. We wilden proberen of we deze manier van reizen konden volhouden met een kind erbij.’
De “dead cities” of “forgotten cities” in Noord-Syrië, gelegen tussen de plaatsen Aleppo en Idlib
Hun zoon vormde in het Midden-Oosten bepaald geen belemmering. Lenneke: ‘Met hem aan onze zijde hadden we meer contact met de lokale bevolking dan ooit tevoren. Het mooie is, dat de mensen hier gefocust zijn op kinderen. Zij zijn geen handenbinders of blok aan het been. In tegendeel; kinderen worden hier met open armen onthaald en vertroeteld. De mensen zijn zo ongelofelijk gastvrij en hartelijk. En dat wordt alleen maar versterkt als je er met kinderen rondreist.’
Problemen
Al snel na aankomst in Syrië beginnen echter de problemen in het land – problemen die intussen tot een onwaarschijnlijk bloedige oorlog hebben geleid. ‘Wij waren in Hama toen er ongeregeldheden in het zuiden van het land uitbraken’, herinnert Jan-Pieter zich. ‘We hebben direct contact gezocht met de Nederlandse ambassade.’ Van hen kregen ze het advies oplettend te zijn tijdens het reizen, maar de situatie was niet dusdanig dat ze voor hun eigen veiligheid op stel en sprong het land uit moesten.
Vertrouw op je eigen gevoel
‘In onze ogen zijn het niet de meest dappere mensen die de veiligheidsindicaties van het ministerie van Buitenlandse Zaken opstellen’, vult Lenneke aan. ‘Daarom is het belangrijk lokaal informatie in te winnen over de actuele situatie. Lokaal weten ze nou eenmaal meer.’
‘De landen die wij tijdens onze reis bezochten, hadden overigens allemaal indicatie 5: als je er niet naartoe hoeft, doe het dan niet. Slechter is alleen nog indicatie 6: niet doen!’ Zelf vonden ze dit geen probleem en onderweg hebben ze zich nooit onveilig gevoeld.
De citadel van Aleppo in Syrië, thans zwaar beschadigd
‘Wij zeggen altijd: vertrouw op je gevoel. Dat wij geen moeite hebben met indicatie 5, wil niet zeggen dat iedereen dan maar daarheen moet. Voel je je er niet prettig bij: ga niet. Vakantie is ontspanning. Wij reizen om in contact te komen met andere culturen en gebruiken. Dat betekent voor ons dat we soms naar een gebied gaan dat als minder veilig te boek staat. Maar wij voelen ons prettiger in Iran dan in Zuid-Afrika, terwijl die laatste heel wat beter scoort bij het ministerie.’
Contact met de ambassade
In Syrië ervoeren Lenneke en Jan-Pieter de meerwaarde van het contact met de ambassade. ‘Ga je naar Frankrijk of Spanje dan is er natuurlijk niet veel aan de hand. Maar in landen met een indicatie – welk niveau dan ook – is het altijd mogelijk dat de situatie ineens ernstig verslechtert’, vertelt Jan-Pieter. ‘Vaak kun je in dit soort landen zelf minder goed aan informatie komen. De ambassade is dan een peilstok voor wat je wel kunt doen en wat beter niet. Veel meer dan het ministerie in Den Haag, zijn de medewerkers op een ambassade of consulaat op de hoogte van de actuele situatie. Vertrouw op hen; tijdens onze reis hebben we zelf gemerkt hoe prettig dat kan zijn.’
Blind vertrouwen
Het drietal was vanuit Syrië net de grens met Libanon overgestoken, maar had een uitnodiging op zak om in Damascus Koninginnedag te vieren. Ze waren vast van plan erheen te gaan. Tot de ambassade belde. Lenneke: ‘Of we nog in Syrië waren? We vertelden dat we net in Libanon waren aangekomen. “Mooi”, was het volgende wat ze zeiden. “Kom maar niet terug voor dat feestje en zorg dat je uit Syrië blijft.” De lokale vertegenwoordiging is het beste op de hoogte van de situatie en dit voorbeeld heeft ons geleerd blind te vertrouwen op hun inschatting.’
Schaapjes kijken…
Vanuit Libanon trokken Lenneke, Jan-Pieter en Tomas naar Turkije en vervolgens naar Iran waar ze hun reis van drie maanden afsloten. Binnenkort vertellen zij meer over wat voor hen de voor- en nadelen zijn van reizen met een kind in het openbaar vervoer.