Net buiten het Duitse dorp Warstein, in het noorden van Sauerland, ligt het Bilsteintal; een groot, groen en gratis park met verschillende wilde dieren, een mooie natuurspeelplaats (waldspielplatz) en een druipsteengrot (Bilsteinhöhle, waar je wel voor moet betalen). Deze combinatie, plus het feit dat het park het hele jaar door dag en nacht toegankelijk is, maakt het Bilsteintal in Warstein een fijne plek voor een (half) dagje uit met kinderen.
Komend vanuit Warstein, parkeer ik de auto op de eerste parkeerplaats die ik tegenkom (P1). Als ik iets verder doorgereden was over Im Bodmen, dan was ik ook P2 (het dichtst bij de speeltuin) en P3 tegengekomen. Maar ik kies deze omdat er aan de parkeerplaats een restaurant ligt – de Warsteiner Waldwirtschaft – en we nog moeten lunchen. We nemen plaats op het terras onder een grote parasol en bestellen grote glazen drinken en friet. De bediening is goed, het eten komt snel. Prima dus!
Als het eten op is, lopen we naar de auto om onze slippers uit en onze dichte schoenen aan te trekken. En de truien mee te nemen. Dat lijkt een beetje vreemd als het 35 graden is, maar in de druipsteengrot is het hele jaar door maar 8-10 graden, dus die trui zullen we wel nodig hebben. We lopen het park in langs de Sikaherten, die blij aan komen rennen als we langslopen. En dat is fijn, want anders zouden we ze misschien wel helemaal niet zien. Het hok van de herten is namelijk enorm en ze hoeven dus niet noodgedwongen langs het hek te staan…
We wandelen rustig verder door het park (dat overigens niet vlak is). Op elk kruispunt staan borden die aangeven hoe ver het nog lopen is tot de andere beesten, maar wij volgen allereerst de aparte rode pijlen die naar de ingang van de druipsteengrot wijzen (omhoog). Daar zijn we snel. Het is vijf over 3 en de rondleiding begint om kwart over 3. Ik betaal het meisje achter de kassa 17 euro (5 per volwassene en 3 per kind) waarna we doorlopen naar de ingang. Als je voor de ingang van de grot staat, voelen we de kou. Een natuurlijke koelkast; best lekker met deze temperaturen. Vanuit de hoogte kijken we neer op het verblijf van de zwijnen. Ook al zo heerlijk groot…
Om kwart over drie doet het meisje uit de winkel de deur naar de grot open. We zijn ongeveer met 20 mensen, waaronder een aantal kinderen. Wij doen meteen onze truien aan en dat is inderdaad geen overbodige luxe. Eenmaal binnen vertelt onze gids iets over dit grottenstelsel. Dat doet ze in het Duits, dus ik begrijp niet alles even goed. Wel dat dit grottenstelsel al heel lang bestaat, dat er verschillende beesten in geleefd hebben, maar ook mensen (en dat daar overblijfselen van gevonden zijn). Dat er meer dan een kilometer aan gangen is, dat er twee grote ruimtes zijn en dat onder ons het grondwater nog steeds nieuwe ruimtes maakt. Ik probeer het zo goed mogelijk te vertalen voor de kinderen.
Eerst wandelen we een heel stuk door de grot. Dat is fijn, want zo lopend door de gangen en ruimtes beleef je zo’n ondergronds gangenstelsel toch het beste. Na een minuut of 5 houden we weer stil en vertelt onze gids wat over de stalactieten en stalagmieten die er groeien (de grootste stalagmiet is 2.19 hoog). We kijken naar verschillende druipsteenformaties. Sommige ‘zijn’ iets… Zo passeren we onder andere de madonna met de tweeling (ik zie het niet), kasteel Neuschwanstein (met heel veel fantasie), een zeehond en een olifant.
Op een gegeven moment doet de gids alle lichten uit zodat we kunnen ervaren hoe donker het in zo’n grot is. Dat lukt niet helemaal aangezien de mevrouw voor ons een shirt met enorme glow in the dark doodshoofden aan heeft… Na een klein half uur staan we bij de uitgang. De warmte komt ons tegemoet. Snel allemaal de trui weer uit. De duur van de rondleiding is prima te doen met kinderen (die het heel leuk vonden).
We lopen verder het park in en stoppen bij de wasberen. Twee meiden geven hen nootjes uit een zelf meegenomen bakje (je kunt in het park ook voer kopen (maïskorrels) maar dat willen die wasberen – verwend als ze blijkbaar zijn – niet). De kinderen dringen zich enigszins op met als gevolg dat ze ook allemaal nootjes krijgen om te voeren. Geen idee of ze die dingen wel mogen, maar leuk is het zeker. De beestjes willen de nootjes zo graag dat ze hun handjes ver door het hek steken om ze aan te pakken. Heel schattig (en voor sommige kinderen een beetje eng).
Als ik iedereen met veel moeite losgerukt heb van de schattige wasbeertjes, lopen we door naar het verblijf van de vossen. Ook alweer zo’n heerlijk groot verblijf. Ook dit keer hebben we geluk want de vos zit pontificaal op een rots en kijkt ons aan. Na de vossen wordt het wat onduidelijk met de bordjes. Ik wil naar de lynxen, maar ik zie niet meer waar die zitten. We lopen verder omhoog met de herten aan onze rechterhand. Die hebben echt een megaverblijf. Uiteindelijk loopt de weg het park uit. In plaats daarvan slaan we rechtsaf langs het hertenverblijf en door het uitkijkhutje. De herten liggen in de schaduw onder de bomen. Als we aankomen staan ze op en komen nieuwsgierig kijken of we ook wat te eten voor ze hebben. De kinderen plukken blaadjes voor ze.
Ik ben nog steeds op zoek naar de lynxen. Een behulpzame opa wijst me de weg. Ik loop langs het enorme hok tot aan het platform dat uitkijkt over het lynxenverblijf. Geen lynx te zien. Dat is dan weer het nadeel van zo’n groot verblijf… Ik snap ook wel dat die beesten met deze hitte gewoon ergens op een koel plekje onder een boom of een rots zit. We kijken nog even verder (de kinderen zijn ondertussen ook mijn kant op gekomen), maar zien ze niet.
Dan gaan we op zoek naar de bosspeelplaats. Die stond eerst ook aangegeven, maar nu niet meer. Op een tweesprong vraag ik het aan een voorbijkomend stel. We moeten linksaf. Na 300 meter komen we bij een fijne speeltuin in het bos. Van wipkippen tot een kabelbaan, het is er allemaal. Jammer genoeg is het beekje dat langs de speeltuin loopt, droog. Ik kan me voorstellen dat juist dat voor kinderen leuk is om in te spelen (getuige ook het feit dat er vijf kinderen rondom het enige plasje water dat er is, staan). Ik laat de kinderen lekker spelen.
Als ik terug wil naar de auto, heb ik eigenlijk geen idee welke kant ik op moet. Maar gelukkig heeft zoon P een beter richtingsgevoel. Hij heeft het hok van de zwijnen gezien en weet waar we zijn. En inderdaad, binnen tien minuten staan we weer bij de auto. De zwijnen hebben we onderweg ook nog even goed kunnen bekijken, maar de Sikaherten zijn in geen velden of wegen te bekennen. Stom van ze, want de kinderen hebben handenvol bladeren voor ze geplukt…
Wil je ook naar het Bilsteintal in Warstein? Neem dan vanuit Warstein de L735 (Im Bodmen) naar Hirschberg en je vindt de parkeerplaatsen P1 t/m P3 aan je linkerhand.
Wil je weten wat er – naast het Bilsteintal in Warstein – nog meer te doen is met kinderen in Sauerland? Ik geef je 9 tips voor een bezoek aan zomers Sauerland.