Tirana heb je niet van alle kanten gezien zonder de Dajti Express te nemen. Toegegeven, de kabelbaan die je tot vlak onder de top van Mount Dajti brengt, is niet erg gemakkelijk te vinden. Maar ze is de zoektocht meer dan waard.
Vanuit het centrum van Tirana rijd je naar de voet van Mount Dajti die de natuurlijke noordoostelijke grens van de stad vormt. Mt Dajti (ruim 1600 meter hoog) vormt samen met nog twee pieken Mount Dajti Nationaal Park. De kabelbaan is moeilijk te vinden. Gelukkig hebben we eerst de weg gevraagd aan onze gastheer in Tirana dus we weten ongeveer welke kant we op moeten. Op het moment dat we echt niet meer weten hoe we er moeten komen, schiet de bewegwijzering ons te hulp in de vorm van een groot bord met een foto van de kabelbaan.
We kopen een kaartje bij het loket in een strak uitziend gebouwtje en lopen naar boven waar de karretjes vertrekken. De kinderen vinden het reuze spannend. We staan in het gebouw en zien de karretjes op een ketting langs een immens stalen wiel draaien. Omdat we allemaal in het karretje moeten in de tijd dat ‘ie voorbij draait, proberen we ons allemaal tegelijk (inclusief een rugzak en een ingeklapte buggy) door het deurtje heen te werken.
Slappe lach
Het karretje brengt ons met een prettige snelheid in zo’n vijftien minuten naar boven. Het uitzicht is fantastisch. De stad spreidt zich eerst als een mierenhoop onder ons uit. Daarna zweven we over een diepgroen heuvellandschap en langzaam komt de begroeide bergtop steeds duidelijker in beeld. De kinderen hebben intussen de grootste lol elke keer als het karretje langs een paal komt. Dan ratelt het wat en wiebelen we wat harder. Er wordt elke keer afgeteld en als het dan zover is, krijgt jongste zoon I de slappe lach.
Vertier aan de top
Als we uitstappen (de kinderen blijven het liefst gewoon zitten om nog een paar keer schaterlachend op en neer te gaan) staan we in het nationale park. Niet op de top van de berg overigens, want dat is nog zo’n anderhalf uur lopen. Voor ons ligt een grote open wei, waar de weg doorheen loopt die je ook naar dit punt kunt nemen. Maar dat is natuurlijk lang zo spectaculair niet… Hier is wel allerhande vertier waar wij onze kinderen toch liever met zachte hand vandaan sturen. Er staan wat paarden waar je op kan rijden en er zijn wat schiettenten waar je je kunsten met een luchtbuks kunt uittesten. Daar wordt zoon P wel warm van, maar wij toch minder. We lopen snel door in de hoop dat we nog een rondje door het nationaal park kunnen lopen.
Weinig succesvol wandelen
Er zijn verschillende paden, waaronder eentje naar de top van de berg. Dat lezen we op een informatiebord. Maar er zijn 2 problemen. Ten eerste is het bord deels stuk waardoor niet helemaal duidelijk is waar welk pad precies naartoe leidt. En ten tweede is niet duidelijk welke markering bij welke route hoort. Een pad vinden blijkt daardoor een nog grotere uitdaging dan het basisstation van de Dajti Express vinden. Op goed geluk slaan we een pad in langs een naargeestig gebouw dat nog het meest wegheeft van een verlaten sanatorium. Het pand is zwaar in verval, heeft geen ramen meer en her en der brokkelt de buitenmuur af. Alleen de socialistische spekstenen reliëfs zijn nog intact. Als we langslopen, blijkt dat er toch mensen wonen.
Zoon I heeft het snelst door dat we aan een heilloze onderneming beginnen. Hij gaat er maar bij zitten om met steentjes en takjes te spelen. Sander doet nog wel een poging de top van de berg te bereiken met de andere drie kinderen maar dat is weinig succesvol. Zoon P maant iedereen door te stappen, maar als we allemaal onder de schrammen zitten en de bosbodem toch echt niet geschikt blijkt voor een wandeltocht op teenslippers, keert hij om. Een leuk idee misschien, dat wandelen, maar met vier jonge kinderen vergt het meer voorbereiding dan wij gedaan hebben.
Diner met uitzicht
Ook op de terugweg negeren we de paarden – 300 lek voor een ritje van 200 meter vinden we echt te duur, al moeten we toegeven dat de dieren er goed verzorgd uitzien – en we laten de kinderen los in de speeltuin vol robuuste, vrolijk gekleurde stalen toestellen. Er is een terras direct naast de speeltuin dus wij kunnen heerlijk genieten van een biertje terwijl we proberen ons niet te storen aan het volume van onze kinderen. Eten kunnen we even verderop in het toepasselijk genaamde Ballkoni Dajti – al is je Albanees nog zo roestig, daar kunt je heus “Het balkon van Dajti” in herkennen – vanwaar we het dal inkijken waar de zon zijn laatste stralen over de stad uitstort.
Omdat de kinderen zo lekker aan het spelen zijn, loopt Sander er eerst in zijn eentje naartoe. Een slecht besluit want de bediening denkt dat hij een taxichauffeur of zo is en die schijn je niet te hoeven bedienen. Als hij in zijn beste Albanees uiteindelijk toch de aandacht van de ober heeft en voor zes mensen eten bestelt, kijkt de man hem toch wel wat vertwijfeld aan. Een kwartier later zit iedereen aan tafel en geniet van een heerlijke maaltijd. Iets lokaals met gegrilde aubergine, een pasta en een risotto. Die laatste is volgens zoon M lang zo lekker niet als thuis, dus hij scoort punten bij zijn ouders vanavond!
Levendig
De laatste gondel van de Dajti Express vertrekt om 21:00 naar beneden. Voor zoon P is dat vanaf 19:30 al reden voor lichte paniek dus we drijven het niet op het spits en verlaten, zonder toetje, rond 20:00 het balkon van Dajti om de Express terug naar beneden te pakken. Dat het nu donker is, vindt iedereen wel heel leuk. Het maakt de rit terug, hangend in de zwarte nacht, totaal anders dan de heenweg. Eenmaal in de auto naar ons appartement valt op hoe levendig Tirana in de tussentijd geworden is. Zo uitgestorven als de terrassen en pleinen overdag bij 40 graden waren; nu zit alles vol. Overal lopen mensen. Het oogt gezellig en bruisend. Nu de broeierige hitte van de dag plaatsgemaakt heeft voor een verfrissend zachte avond, komt Tirana tot leven. Het is eigenlijk jammer dat vier kindjes echt naar bed moeten…
Gelukkig zijn we nog een hele dag in Tirana. En hele hete dag waarin we een leuke stadswandeling door Tirana met kinderen maken. En alsnog kunnen genieten van de manier waarop de stad aan het einde van de dag tot leven komt.
Praktisch
Nationaal Park Mount Dajti is een populaire weekendbestemming voor inwoners van de hoofdstad van Albanië. In het weekend kan het erg druk zijn op de weides bij het eindstation van de kabelbaan. Hier vind je ook minibusjes en taxi’s die je naar de top van de berg kunnen rijden. Wandelen is echter een veel leuker alternatief (als je de juiste route kunt vinden dus…). De bergtop is begroeid met prachtige beuken- en naaldbossen, waar je rustig doorheen kunt struinen. Eenmaal op de paden in de bossen, lijkt de stad heel ver weg.
De Dajti Express brengt je 6 dagen per week (niet op dinsdag!) van de voet van de berg in ongeveer 15 minuten naar een hoogte van ruim 1400 meter. In de zomer (mei t/m oktober) tussen 09:00 en 21:00 en in de winter (november t/m april) van 09:00 tot 19:00. Vanaf het station van de kabelbaan is het nog 200 meter naar de top van de berg. Voor volwassenen is een retourticket 800 lek, kinderen tot 6 jaar zijn gratis en tot 14 jaar betaal je 600 lek voor een kaartje. Meer (recente) informatie vind je op hun website. Het basisstation bevindt zich in een straat zonder naam, dus hieronder een kaartje om je te oriënteren.
De Dajti Express eindigt boven in de Dajti Tower; een rond hotel dat er in onze ogen weinig aantrekkelijk uitziet. In het nationaal park is – voor zover wij kunnen overzien – niet veel meer te doen dan wandelen en picknicken. Wil je er wandelen, zorg dan dat je je er goed op kleedt (vooral qua schoeisel) en realiseer je dat de paden niet goed aangegeven staan. Ook zijn er zeer korte paardenritjes en je kunt er schieten op blikjes en flesjes. Verder is er het restaurant Ballkoni Dajti waar je voor een redelijke prijs (wij betaalden zo’n 25 euro voor vijf hoofdgerechten en drinken voor iedereen) prima kunt eten. Restaurant, kabelbaan en hotel zijn allemaal van dezelfde uitbater.