De avond valt over de camping. De meeste kinderen (en volwassenen) liggen in bed. De onze ook, maar ze slapen niet. Ze praten met elkaar en hebben een hoop lol. Hun stemmen klinken luid over de stille camping. Tot ons ongenoegen, want we hebben ze al minstens twintig keer gevraagd wat zachter te doen. Maar ‘zachter’ lijkt niet in het woordenboek van onze kinderen voor te komen. Zeker niet als ze moe zijn en wij ze tegen beter weten in tegelijkertijd in bed gestopt hebben. Want dat werkt niet (en heeft ook nooit gewerkt). En dus zitten wij erbij en ergeren ons terwijl onze kinderen zich prima vermaken…
In alle eerlijkheid; wij schamen ons af en toe best een beetje voor (het gedrag van) onze kinderen (net als alle ouders vermoedelijk, maar dat zegt niemand). En op de één of andere manier hebben wij daar op de camping meer last van dan thuis. Op de camping lijkt het wel alsof alle andere kinderen beter luisteren, minder hard praten en minder ruzie maken dan de onze. Dat komt misschien ook omdat wij altijd de surrealistische verwachting hebben dat onze kinderen zich tijdens de vakantie ineens voorbeeldig zullen gedragen.
Komen wij elke keer weer bedrogen uit… Met name de eerste dagen van de vakantie zijn onze kinderen verre van de voorbeeldige engeltjes die wij voor ogen hebben. Dat is namelijk hèt moment waarop we met z’n allen een nieuw evenwicht moeten zien te vinden in een nieuw land, op een nieuwe plek. Het moment waarop verkend moet worden of er nog meer grenzen overschreden kunnen worden dan alleen landsgrenzen. En het moment waarop een nieuwe pikorde moet worden vastgesteld als het om de verdeling van onze aandacht gaat. Niet zo gek eigenlijk dat de kinderen zich dan anders – en niet per se beter – gedragen dan thuis.
Overenthousiast
En dat wordt nog versterkt door het feit dat op vakantie gaan voor kinderen gewoon heel spannend is. En dat kunnen wij ons ook goed voorstellen; als kind heb je maar weinig ‘beeld’ bij je vakantiebestemming of de reis er naartoe. Dus dat ‘nieuwe’ krijgen ze ook nog eens allemaal over zich heen. Het is maar goed dat wij onze voorpret maar heel selectief delen met de kinderen. We beperken ons tot de feiten en maken het niet mooier dan het is. Om te voorkomen dat ze al overenthousiast en zenuwachtig aan de reis beginnen. Dan kan het echt alleen maar tegenvallen… (met alle gevolgen van dien).
Kromme tenen
Aan het begin van elke vakantie moeten wij dus ook altijd weer proefondervindelijk vaststellen op welke manier het bedritueel het meest soepel verloopt. En dat betekent dat wij ons de eerste avonden op de camping vaak een tikkie generen. Het verkeerde bedritueel – allemaal tegelijk naar bed – betekent namelijk dat de kinderen elkaar wakker houden en nog uren lol hebben in de tent/camper terwijl de rest van de campinggasten probeert te slapen. Wij zitten er met gekromde tenen naast en sissen af en toe ‘ga toch slapen’ en ‘maak niet zoveel lawaai’ in de richting van de tent/camper. Tot groot vermaak van de kinderen…
Op één of andere manier doen wij dat de eerste dagen altijd verkeerd. Dat is bijna net zo’n wetmatigheid als dat we altijd verwachten dat de kinderen zich voorbeeldig gedragen vanaf het moment dat we thuis de deur achter ons dichttrekken. En dus vragen wij ons de eerste paar dagen van onze vakantie vaak vertwijfeld af waarom we het ook alweer zo leuk vinden om met z’n allen op vakantie te gaan. Want het levert ons meer gedoe op dan ons lief is.
En dat hebben we dus gewoon aan onszelf te danken… Want het ideaalplaatje waar we in ieder geval die eerste paar dagen bijna nooit aan voldoen, zit in ons hoofd. En het is een hardnekkig plaatje, want het zit er elke keer weer; ondanks het feit dat het in al die jaren nog nooit een ‘selffulfilling prophecy’ gebleken is. Na een paar dagen weten we gelukkig wel weer waarom het zo leuk is met z’n allen op vakantie te zijn. Dan hebben wij onze verwachtingen bijgesteld en is er als vanzelf een nieuw vakantie-evenwicht ontstaan binnen ons gezin. Iedereen weet dan weer ongeveer waar hij of zij aan toe is. Ook op de camping…
Relativeren
Dat neemt niet weg dat wij ons ook de rest van de vakantie op gezette tijden blijven ergeren aan het geschreeuw en geruzie van onze kinderen. Maar we kunnen dat tegen die tijd wel wat beter relativeren. Omdat we meer zicht hebben op hoe het reilt en zeilt in de gezinnen om ons heen. Want wat voor ons geldt, geldt voor alle campinggasten: je houdt weinig voor elkaar verborgen op de camping…
In deze blogserie over kamperen met kinderen verschenen eerder:
- Kamperen met kinderen – Gehannes in het schemerdonker
- Kamperen met kinderen – De camping voor en door Nederlanders
- Kamperen met kinderen – Met een baby op de camping
- Kamperen met kinderen – Toch maar een huisje…